Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. ontmaagden:


Niederländisch

Detailübersetzungen für ontmaagden (Niederländisch) ins Deutsch

ontmaagden:

ontmaagden Verb (ontmaagd, ontmaagdt, ontmaagde, ontmaagden, ontmaagd)

  1. ontmaagden (defloreren)
    entjungfern
    • entjungfern Verb (entjungfere, entjungferst, entjungfert, entjungferte, entjungfertet, entjungfert)

Konjugationen für ontmaagden:

o.t.t.
  1. ontmaagd
  2. ontmaagdt
  3. ontmaagdt
  4. ontmaagden
  5. ontmaagden
  6. ontmaagden
o.v.t.
  1. ontmaagde
  2. ontmaagde
  3. ontmaagde
  4. ontmaagden
  5. ontmaagden
  6. ontmaagden
v.t.t.
  1. heb ontmaagd
  2. hebt ontmaagd
  3. heeft ontmaagd
  4. hebben ontmaagd
  5. hebben ontmaagd
  6. hebben ontmaagd
v.v.t.
  1. had ontmaagd
  2. had ontmaagd
  3. had ontmaagd
  4. hadden ontmaagd
  5. hadden ontmaagd
  6. hadden ontmaagd
o.t.t.t.
  1. zal ontmaagden
  2. zult ontmaagden
  3. zal ontmaagden
  4. zullen ontmaagden
  5. zullen ontmaagden
  6. zullen ontmaagden
o.v.t.t.
  1. zou ontmaagden
  2. zou ontmaagden
  3. zou ontmaagden
  4. zouden ontmaagden
  5. zouden ontmaagden
  6. zouden ontmaagden
en verder
  1. ben ontmaagd
  2. bent ontmaagd
  3. is ontmaagd
  4. zijn ontmaagd
  5. zijn ontmaagd
  6. zijn ontmaagd
diversen
  1. ontmaagd!
  2. ontmaagdt!
  3. ontmaagd
  4. ontmaagdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für ontmaagden:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
entjungfern defloreren; ontmaagden

Computerübersetzung von Drittern: