Niederländisch
Detailübersetzungen für onbeschroomd (Niederländisch) ins Deutsch
onbeschroomd:
-
onbeschroomd (vrijpostig; brutaal; stoutmoedig; vrijmoedig; niet beschroomd)
-
onbeschroomd (onbedeesd; vrijpostig; vrijmoedig; stoutmoedig; niet beschroomd)
freimütig; offen; dreist; unverschämt; keck-
freimütig Adjektiv
-
offen Adjektiv
-
dreist Adjektiv
-
unverschämt Adjektiv
-
keck Adjektiv
-
Übersetzung Matrix für onbeschroomd:
Verwandte Wörter für "onbeschroomd":
Computerübersetzung von Drittern: