Übersicht
Niederländisch
Detailübersetzungen für leidinggevend (Niederländisch) ins Deutsch
leidinggevend:
Übersetzung Matrix für leidinggevend:
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
führend | leidend; leidinggevend | aanvoerend; eerste; gezichtsbepalend; leidend; richtinggevend; toonaangevend; vooraan; voorin; voorop |
leitend | leidend; leidinggevend | aanvoerend; dominant; eerste; gezaghebbend; leidend; maatgevend; toonaangevend; vooraan; vooraanstaande; voorin; voorop |
leidinggeven:
-
leidinggeven (bevel voeren over; leiden; aanvoeren; commanderen)
führen; leiten; steuern; anordnen; kommandieren; lenken; befehlen; gebieten; verordnen-
kommandieren Verb (kommandiere, kommandierst, kommandiert, kommandierte, kommandiertet, kommandiert)
Konjugationen für leidinggeven:
o.t.t.
- geef leiding
- geeft leiding
- geeft leiding
- geven leiding
- geven leiding
- geven leiding
o.v.t.
- gaf leiding
- gaf leiding
- gaf leiding
- gaven leiding
- gaven leiding
- gaven leiding
v.t.t.
- heb leiding gegeven
- hebt leiding gegeven
- heeft leiding gegeven
- hebben leiding gegeven
- hebben leiding gegeven
- hebben leiding gegeven
v.v.t.
- had leiding gegeven
- had leiding gegeven
- had leiding gegeven
- hadden leiding gegeven
- hadden leiding gegeven
- hadden leiding gegeven
o.t.t.t.
- zal leidinggeven
- zult leidinggeven
- zal leidinggeven
- zullen leidinggeven
- zullen leidinggeven
- zullen leidinggeven
o.v.t.t.
- zou leidinggeven
- zou leidinggeven
- zou leidinggeven
- zouden leidinggeven
- zouden leidinggeven
- zouden leidinggeven
diversen
- geef leiding!
- geeft leiding!
- leiding gegeven
- leidinggevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze