Niederländisch
Detailübersetzungen für ergens geld aan uitgeven (Niederländisch) ins Deutsch
ergens geld aan uitgeven:
ergens geld aan uitgeven Verb (geef ergens geld aan uit, geeft ergens geld aan uit, gaf ergens geld aan uit, gaven ergens geld aan uit, ergens geld aan uitgegeven)
-
ergens geld aan uitgeven
Konjugationen für ergens geld aan uitgeven:
o.t.t.
- geef ergens geld aan uit
- geeft ergens geld aan uit
- geeft ergens geld aan uit
- geven ergens geld aan uit
- geven ergens geld aan uit
- geven ergens geld aan uit
o.v.t.
- gaf ergens geld aan uit
- gaf ergens geld aan uit
- gaf ergens geld aan uit
- gaven ergens geld aan uit
- gaven ergens geld aan uit
- gaven ergens geld aan uit
v.t.t.
- heb ergens geld aan uitgegeven
- hebt ergens geld aan uitgegeven
- heeft ergens geld aan uitgegeven
- hebben ergens geld aan uitgegeven
- hebben ergens geld aan uitgegeven
- hebben ergens geld aan uitgegeven
v.v.t.
- had ergens geld aan uitgegeven
- had ergens geld aan uitgegeven
- had ergens geld aan uitgegeven
- hadden ergens geld aan uitgegeven
- hadden ergens geld aan uitgegeven
- hadden ergens geld aan uitgegeven
o.t.t.t.
- zal ergens geld aan uitgeven
- zult ergens geld aan uitgeven
- zal ergens geld aan uitgeven
- zullen ergens geld aan uitgeven
- zullen ergens geld aan uitgeven
- zullen ergens geld aan uitgeven
o.v.t.t.
- zou ergens geld aan uitgeven
- zou ergens geld aan uitgeven
- zou ergens geld aan uitgeven
- zouden ergens geld aan uitgeven
- zouden ergens geld aan uitgeven
- zouden ergens geld aan uitgeven
diversen
- geef ergens geld aan uit!
- geeft ergens geld aan uit!
- ergens geld aan uitgegeven
- ergens geld aan uitgevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für ergens geld aan uitgeven:
| Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
| investieren | ergens geld aan uitgeven | beleggen; investeren |