Niederländisch
Detailübersetzungen für doorkijk (Niederländisch) ins Deutsch
doorkijk:
-
de doorkijk
Übersetzung Matrix für doorkijk:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
Guckloch | doorkijk | kattenoog; kijkgat; spiekgaatje |
Gucklöcher | doorkijk | kijkgat; spiekgaatje |
Verwandte Wörter für "doorkijk":
doorkijken:
-
doorkijken
durchsehen; hindurchsehen; hindurchblicken-
hindurchsehen Verb (sehe hindurch, siehst hindurch, sieht hindurch, sah hindurch, saht hindurch, hindurchgesehen)
-
hindurchblicken Verb (blicke hindurch, blickst hindurch, blickt hindurch, blickte hindurch, blicktet hindurch, hindurchgeblickt)
Konjugationen für doorkijken:
o.t.t.
- kijk door
- kijkt door
- kijkt door
- kijken door
- kijken door
- kijken door
o.v.t.
- keek door
- keek door
- keek door
- keken door
- keken door
- keken door
v.t.t.
- heb doorgekeken
- hebt doorgekeken
- heeft doorgekeken
- hebben doorgekeken
- hebben doorgekeken
- hebben doorgekeken
v.v.t.
- had doorgekeken
- had doorgekeken
- had doorgekeken
- hadden doorgekeken
- hadden doorgekeken
- hadden doorgekeken
o.t.t.t.
- zal doorkijken
- zult doorkijken
- zal doorkijken
- zullen doorkijken
- zullen doorkijken
- zullen doorkijken
o.v.t.t.
- zou doorkijken
- zou doorkijken
- zou doorkijken
- zouden doorkijken
- zouden doorkijken
- zouden doorkijken
en verder
- is doorgekeken
- zijn doorgekeken
diversen
- kijk door!
- kijkt door!
- doorgekeken
- doorkijkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für doorkijken:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
durchsehen | doorkijken | beginnen te snappen; door kijken; doorhebben; doorkrijgen; doorzien; erdoorheen kijken; erdoorheen zien; inkijken; inzien |
hindurchblicken | doorkijken | |
hindurchsehen | doorkijken |