"beertje" übersetzt von Niederländische ins Deutsch--Interglot

Übersicht

Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten

beertje:
- Bärchen; kleiner Eber
beer:
- Ausscheidungen; Kacke; Fäkalien; Dreck; Exkremente; Kot; Raubtier; Eber; Bär; Teddybär; großer Mann
Wiktionary:
- beer → Bär, Bärin, Eber, Bulle, Stützpfeiler, Strebepfeiler

Niederländisch

Detailübersetzungen für beertje (Niederländisch) ins Deutsch

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
Bärchen	beertje; klein mannetjeszwijn	klein roofdier
kleiner Eber	beertje; klein mannetjeszwijn

de beer (uitwerpselen; feces; fecaliën; excrementen; uitscheiding)
die Ausscheidungen; die Kacke; die Fäkalien; der Dreck; die Exkremente; der Kot
- Ausscheidungen [die ~] Nomen
- Kacke [die ~] Nomen
- Fäkalien [die ~] Nomen
- Dreck [der ~] Nomen
- Exkremente [die ~] Nomen
- Kot [der ~] Nomen
de beer (roofdier)
Raubtier
- Raubtier [das ~] Nomen
de beer (mannetjesvarken)
der Eber
- Eber [der ~] Nomen
de beer (teddybeer)
der Bär; der Teddybär
- Bär [der ~] Nomen
- Teddybär [der ~] Nomen
de beer (grote man)
der großer Mann
- großer Mann [der ~] Nomen
de beer
der Bär
- Bär [der ~] Nomen

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
Ausscheidungen	beer; excrementen; fecaliën; feces; uitscheiding; uitwerpselen
Bär	beer; teddybeer
Dreck	beer; excrementen; fecaliën; feces; uitscheiding; uitwerpselen	drek; goorheid; groezeligheid; kak; kledder; klodder; kwak; lik; poep; prut; schijt; smeerlapperij; smerigheid; smurrie; stofje; stront; vervuiling; viesheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; vuiltje
Eber	beer; mannetjesvarken	ever; everzwijn
Exkremente	beer; excrementen; fecaliën; feces; uitscheiding; uitwerpselen	drek; kak; poep; schijt; stront
Fäkalien	beer; excrementen; fecaliën; feces; uitscheiding; uitwerpselen	drek; kak; poep; schijt; stront
Kacke	beer; excrementen; fecaliën; feces; uitscheiding; uitwerpselen	drek; kak; poep; schijt; stront
Kot	beer; excrementen; fecaliën; feces; uitscheiding; uitwerpselen	drek; drol; hoop; kak; keutel; poep; prut; schijt; smurrie; stront; stuk poep; uitwerpsel
Raubtier	beer; roofdier
Teddybär	beer; teddybeer
großer Mann	beer; grote man

beer

Cross Translation:

From	To	Via
• beer	→ Bär; Bärin	↔ bear — large mammal of family Ursidae
• beer	→ Bär	↔ bear — animal resembling a bear
• beer	→ Bär	↔ bear — large hairy man
• beer	→ Eber	↔ boar — male pig
• beer	→ Bulle	↔ bull — large, strong man
• beer	→ Stützpfeiler; Strebepfeiler	↔ buttress — brick or stone structure built against another structure to support it
• beer	→ Bär	↔ ours — Mammifère.