Übersicht
Spanisch nach Niederländisch: mehr Daten
-
exculpar:
-
Wiktionary:
exculpar → vrijpleiten
exculpar → ontheffen, kwijtschelden, vergeven, vrijspreken, verlossen, afbetalen, vervullen, aflossen -
Synonyms for "exculpar":
absolver; descargar; eximir; perdonar; condonar; remitir; rehabilitar; liberar; librar
levantar; indultar; suspender; amnistiar
paliar; disimular; atenuar; ocultar; templar; ablandar; velar; disculpar; aliviar; mitigar; calmar; apaciguar; suavizar; disminuir; dulcificar; excusar; atemperar; encubrir
-
Wiktionary:
Spanisch
Detailübersetzungen für exculpar (Spanisch) ins Niederländisch
exculpar:
Synonyms for "exculpar":
Wiktionary Übersetzungen für exculpar:
exculpar
Cross Translation:
verb
-
door pleiten vrijspraak verwerven voor iemand, door pleiten de onschuld aantonen van iemand, door pleiten verdedigen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• exculpar | → ontheffen; kwijtschelden; vergeven | ↔ absolve — set free |
• exculpar | → vrijspreken; kwijtschelden; verlossen | ↔ acquit — to discharge from an obligation |
• exculpar | → afbetalen; vervullen; aflossen | ↔ acquit — to discharge a claim or debt |