Spanisch
Detailübersetzungen für montaraz (Spanisch) ins Niederländisch
montaraz: (*Wort und Satz getrennt)
- montar: bouwen; opbouwen; maken; scheppen; in het leven roepen; monteren; in elkaar zetten; assembleren; instappen; inrichten; installeren; bestijgen; berijden; beginnen; aanknopen; aanbinden; bevestigen; vastmaken; vastzetten; ergens aan bevestigen; samenvoegen; combineren; bijeen voegen; regelen; koppelen; betrappen; snappen; arrangeren; iets op touw zetten
- raíz: wortel; kroot; stam; phylum; stamvorm; etymon; boomstam; hoofdmap
- montarse: stijgen; opstijgen; hoger worden; de hoogte ingaan; in de lucht omhoogstijgen