Übersicht
Spanisch nach Niederländisch: mehr Daten
- atravesado:
- atravesar:
-
Wiktionary:
- atravesado → kruislings, kruiselings
- atravesar → spietsen
- atravesar → oversteken, verdelen, overzetten, afbreken, slopen, neerhalen, kappen, vellen, neervellen, wippen, afhakken, afhouwen, afkappen, omhakken, deprimeren, neerdrukken, neerslachtig maken, terneerdrukken, delven, opduikelen, opgraven, rooien, uitgraven, winnen, uitputten, putten uit, omkappen, slachten, afslachten, fnuiken, verzwakken, bevangen, overwinnen, verslaan, zegevieren, neerkomen, doden, doodmaken, ombrengen, doodschieten, fusilleren, de moed ontnemen, ontmoedigen, afleggen, aflopen, doorgaan, gaan door, bedaren, geruststellen, kalmeren, kleinmaken, vernederen, verootmoedigen, doorkruisen, rijden door, doorlezen, overgaan, te boven gaan, overtreffen, uitblinken, uitmunten, voorbijstreven
Spanisch
Detailübersetzungen für atravesado (Spanisch) ins Niederländisch
atravesado:
-
atravesado (sobreexcitado; estresado; extenuado; exaltado; agotado)
gestresst; overspannen; aan stress lijdend-
gestresst Adjektiv
-
overspannen Adjektiv
-
aan stress lijdend Adjektiv
-
-
atravesado (roto)
doorbroken-
doorbroken Adjektiv
-
-
atravesado (cortado; partido; hacheado)
doorgehakt; in tweeën gehouwen; doorkliefd; doorgehouwen-
doorgehakt Adjektiv
-
in tweeën gehouwen Adjektiv
-
doorkliefd Adjektiv
-
doorgehouwen Adjektiv
-
-
atravesado (enojado; falso; malo; mal; maligno; desafinado; malvado; falsificado; enfadado; airado; colérico; pérfido; indebidamente; malamente; falsamente)
slecht; met slechte intentie; gemeen; vals; kwaadwillig-
slecht Adjektiv
-
met slechte intentie Adjektiv
-
gemeen Adjektiv
-
vals Adjektiv
-
kwaadwillig Adjektiv
-
Übersetzung Matrix für atravesado:
Synonyms for "atravesado":
Wiktionary Übersetzungen für atravesado:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• atravesado | → kruislings; kruiselings | ↔ crosswise — transversely |
atravesar:
-
atravesar (pasar; cruzar)
-
atravesar (cruzar)
-
atravesar (cruzar)
dwars oversteken-
dwars oversteken Verb (steek dwars over, steekt dwars over, stak dwars over, staken dwars over, dwars overgestoken)
-
-
atravesar (romperse; despegar; hacer carrera)
-
atravesar
-
atravesar (recorrer; pasar por; pasear por)
reizen door; doorheen reizen-
reizen door Verb
-
doorheen reizen Verb (reis doorheen, reist doorheen, reisde doorheen, reisden doorheen, doorheen gereisd)
-
-
atravesar (partir; cortar; hendir; hender; cruzar; rajar; surcar; escindir; fisionar; hendirse)
Konjugationen für atravesar:
presente
- atraveso
- atravesas
- atravesa
- atravesamos
- atravesáis
- atravesan
imperfecto
- atravesaba
- atravesabas
- atravesaba
- atravesábamos
- atravesabais
- atravesaban
indefinido
- atravesé
- atravesaste
- atravesó
- atravesamos
- atravesasteis
- atravesaron
fut. de ind.
- atravesaré
- atravesarás
- atravesará
- atravesaremos
- atravesaréis
- atravesarán
condic.
- atravesaría
- atravesarías
- atravesaría
- atravesaríamos
- atravesaríais
- atravesarían
pres. de subj.
- que atravese
- que atraveses
- que atravese
- que atravesemos
- que atraveséis
- que atravesen
imp. de subj.
- que atravesara
- que atravesaras
- que atravesara
- que atravesáramos
- que atravesarais
- que atravesaran
miscelánea
- ¡atravesa!
- ¡atravesad!
- ¡no atraveses!
- ¡no atraveséis!
- atravesado
- atravesando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes
-
el atravesar (cruzar)
Übersetzung Matrix für atravesar:
Synonyms for "atravesar":
Wiktionary Übersetzungen für atravesar:
atravesar
Cross Translation:
Cross Translation: