Recipient: englische und niederländische Suchergebnisse gefunden im Interglot Wörterbuch

Übersicht

Englisch nach Niederländisch: mehr Daten

recipient:
- ontvanger; recipiënt; iemand aan wie iets gegeven wordt; hij die ontvangt
Wiktionary:
- recipient → ontvanger, ontvangster
- recipient → geadresseerde, ontvanger

Niederländisch nach Englisch: mehr Daten

Englisch

Detailübersetzungen für recipient (Englisch) ins Niederländisch

the recipient (receiver; addressee)
de ontvanger; de recipiënt
- ontvanger [de ~ (m)] Nomen
- recipiënt [de ~ (m)] Nomen
the recipient (receiver; addressee)
de ontvanger; iemand aan wie iets gegeven wordt
- ontvanger [de ~ (m)] Nomen
- iemand aan wie iets gegeven wordt [znw.] Nomen
the recipient (receiver; consignee; addressee)
de ontvanger; hij die ontvangt
- ontvanger [de ~ (m)] Nomen
- hij die ontvangt [znw.] Nomen
the recipient

– The individual or account to whom an item is sent. ¹
de ontvanger
- ontvanger [de ~ (m)] Nomen

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
hij die ontvangt	addressee; consignee; receiver; recipient
iemand aan wie iets gegeven wordt	addressee; receiver; recipient
ontvanger	addressee; consignee; receiver; recipient
recipiënt	addressee; receiver; recipient
-	receiver; recipient role

recipient

noun

one who receives
- recipient → ontvanger; ontvangster
individual receiving donor organs or tissues
- recipient → ontvanger; ontvangster

Cross Translation:

From	To	Via
• recipient	→ geadresseerde; ontvanger	↔ destinataire — Celui, celle qui doit recevoir un message.

Niederländisch

de recipiënt (ontvanger)
the recipient; the receiver; the addressee
- recipient [the ~] Nomen
- receiver [the ~] Nomen
- addressee [the ~] Nomen

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
addressee	ontvanger; recipiënt	bestemming; geadresseerde; hij die ontvangt; iemand aan wie iets gegeven wordt; ontvanger
receiver	ontvanger; recipiënt	bewindvoerder; handelaar in gestolen goederen; heler; hij die ontvangt; iemand aan wie iets gegeven wordt; ontvanger; telefoon; telefoontoestel
recipient	ontvanger; recipiënt	hij die ontvangt; iemand aan wie iets gegeven wordt; ontvanger