"pants" übersetzt von Englische ins Niederländisch--Interglot

Remove Ads

Übersicht

Englisch nach Niederländisch: mehr Daten

pants:
- broek; lange broek; pantalon
pant:
- hijgen; blazen; puffen
- broek
Wiktionary:
- pants → broek, onderbroek
- pants → broekaf, doen, aftrekken
- pants → brol
- pants → broek
- pants → onderbroek, broek, lange broek, pantalon
- pant → gehijg
- pant → hijgen

Englisch

Detailübersetzungen für pants (Englisch) ins Niederländisch

pants:

pants [the ~] Nomen

the pants (trousers; slacks)
de broek
– kledingstuk met twee pijpen dat om je benen en je billen zit ¹
- broek [de ~] Nomen
  - ze draagt een broek als het koud is¹
de lange broek; de pantalon
- lange broek [de ~] Nomen
- pantalon [de ~ (m)] Nomen

Übersetzung Matrix für pants:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
broek	pants; slacks; trousers	pant; trouser
lange broek	pants; slacks; trousers
pantalon	pants; slacks; trousers
-	bloomers; drawers; knickers
Other	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
-	long trousers; pantaloons

Synonyms for "pants":

bloomers; drawers; knickers; underpants

Wiktionary Übersetzungen für pants:

pants

en-plural noun

garment covering the body from the waist downwards
- pants → broek
undergarment covering the genitals
- pants → onderbroek

verb

pull someone’s pants down
- pants → broekaf; doen; aftrekken

adjective

of inferior quality
- pants → brol

pants

noun

een kledingstuk met twee afzonderlijke pijpen voor beide benen
- broek → trousers; pants

Cross Translation:

From	To	Via
• pants	→ onderbroek	↔ Unterhose — Hose, die direkt am Körper anliegen und unter anderen Kleidungsstücken tragen wird
• pants	→ onderbroek	↔ caleçon — vêtement\|fr vêtement de dessous en forme de pantalon ou de culotte et qui couvrir le corps depuis la ceinture jusqu’à mi-cuisse, jusqu’aux genoux ou jusqu’à la cheville.
• pants	→ broek; lange broek; pantalon	↔ pantalon — vête\|fr long culotte qui descendre jusque sur le cou-de-pied.

pants form of pant:

to pant Verb (pants, panted, panting)

to pant (wheeze; blow; gasp; puff)
hijgen; blazen; puffen
- hijgen Verb (hijg, hijgt, hijgde, hijgden, gehijgd)
- blazen Verb (blaas, blaast, blies, bliezen, geblazen)
- puffen Verb (puf, puft, pufte, puften, gepuft)

Konjugationen für pant:

present

pant
pant
pants
pant
pant
pant

simple past

panted
panted
panted
panted
panted
panted

present perfect

have panted
have panted
has panted
have panted
have panted
have panted

past continuous

was panting
were panting
was panting
were panting
were panting
were panting

future

shall pant
will pant
will pant
shall pant
will pant
will pant

continuous present

am panting
are panting
is panting
are panting
are panting
are panting

subjunctive

be panted
be panted
be panted
be panted
be panted
be panted

diverse

pant!
let's pant!
panted
panting

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

pant [the ~] Nomen

the pant (trouser)

– (usually in the plural) a garment extending from the waist to the knee or ankle, covering each leg separately ²
de broek
– kledingstuk met twee pijpen dat om je benen en je billen zit ¹
- broek [de ~] Nomen
  - ze draagt een broek als het koud is¹

Übersetzung Matrix für pant:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
broek	pant; trouser	pants; slacks; trousers
-	gasp
Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
blazen	blow; gasp; pant; puff; wheeze	blow; hum; whistle
hijgen	blow; gasp; pant; puff; wheeze	gasp; pant for breath
puffen	blow; gasp; pant; puff; wheeze
-	gasp; heave; puff

Synonyms for "pant":

noise
trouser; garment
gasp; inhalation; inspiration; aspiration; breathing in
puff; gasp; heave; blow
utter; emit; let out; let loose

Wiktionary Übersetzungen für pant:

pant