Deutsch
Detailübersetzungen für schnittreif (Deutsch) ins Niederländisch
schnittreif: (*Wort und Satz getrennt)
- Schnitt: boterham; snee; sneetje; plak brood; gemiddelde; doorsnee; profiel; inkeping; snede; snit; jaap; insnijding; montage; filmmontage; pasvorm; coupe; coiffure; haarsnit; kapsel; split; snijwond; frisuur; snijvlak; coupes; uitwerking; effect; knippatroon
- reif: rijp; voldragen
- Reif: hoepel; hoelahoep; hoelahoepel; rijp
- schneiden: snijden; afsnijden; knippen; afknippen; couperen; kappen; coifferen; negeren; snoeien; trimmen; links laten liggen; besnoeien; opensnijden; snerpen; opscheppen; snoeven; opsnijden; grootspreken; graveren; etsen; korten; kort knippen; kort maken; met effect spelen