Übersicht
Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten
-
Anschlußstück:
-
Wiktionary:
Anschlußstück → aansluitstuk
-
Wiktionary:
Deutsch
Detailübersetzungen für Anschlußstück (Deutsch) ins Niederländisch
Anschlußstück: (*Wort und Satz getrennt)
- Anschluß: contact; aansluiting; verbinding; connectie; band; verband; relatie; samenhang; link; liaison; telefoonlijn; telefoonaansluiting; elektriciteitsaansluiting
- Stück: onderdeel; deel; stuk; element; component; bestanddeel; ingrediënt; fractie; basisbestanddeel; gedeelte; part; drama; toneelstuk; schouwspel; bijdrage; aandeel; inbreng; brok; suikerklontje; klont; bon; coupon; plak; moot; tranche; deeltje; onderdeeltje; lap; stuk stof; segment; brokje; kleine brok
Wiktionary Übersetzungen für Anschlußstück:
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • Anschlußstück | → aansluitstuk | ↔ raccord — arts|fr liaison, ajustage de parties séparées ou dissemblables, ou qui faisaient disparate. |
Computerübersetzung von Drittern: