Deutsch
Detailübersetzungen für Südspitze (Deutsch) ins Niederländisch
Südspitze: (*Wort und Satz getrennt)
- süd: zuidelijk
- spitze: gaaf; onaangetast; puntgaaf
- Süd: zuid
- Spitze: top; piek; bergtop; hoogtepunt; toppunt; summum; kant; kantkloswerk; kantwerk; hoogst haalbare; hoogst bereikbare punt; zenit; hoogste punt; bovenkant; bovenzijde; uitsteeksel; eerste plaats; gevel; voorzijde; voorgevel; pui; pluim; passement; passementerie; helmpluim; versierende omzoming; punt; leiding; voorsprong; aanvoeren; voorgaan; franje; torenspits; aanvoering; culminatie; tonsuur; bergspits; versiering van rafels