Übersicht
Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten
-
erteilen:
-
Wiktionary:
erteilen → verlenen
erteilen → verdelen, verlenen, schenken, geven, doneren, aandoen, aandraaien, aansteken, schakelen, inschakelen, aanbotsen, geduwd worden, zich stoten, aangeven, aanreiken, doorbrengen, verdrijven, uitgaan, uitkomen, uitlopen, uitstappen, uitstijgen, uittreden, opbrengen, toebrengen, toekennen - User Contributed Translations for erteilen:
verdelen, meedelen -
Synonyms for "erteilen":
verleihen; vergeben; zuerkennen; zusprechen
-
Wiktionary:
Deutsch
Detailübersetzungen für erteilen (Deutsch) ins Niederländisch
erteilen:
Synonyms for "erteilen":
Wiktionary Übersetzungen für erteilen:
erteilen
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• erteilen | → verdelen | ↔ deal — administer in portions |
• erteilen | → verlenen | ↔ grant — To bestow or confer, with or without compensation, particularly in answer to prayer or request |
• erteilen | → schenken; geven; doneren; aandoen; aandraaien; aansteken; schakelen; inschakelen; aanbotsen; geduwd worden; zich stoten; aangeven; aanreiken; doorbrengen; verdrijven; uitgaan; uitkomen; uitlopen; uitstappen; uitstijgen; uittreden; opbrengen; toebrengen; toekennen; verlenen | ↔ donner — Faire un don ; transférer, sans rétribution, la propriété d’une chose que l’on posséder ou dont on jouir, à une autre personne. |