Laus: deutsche und niederländische Suchergebnisse gefunden im Interglot Wörterbuch

Übersicht

Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten

Deutsch

Detailübersetzungen für Laus (Deutsch) ins Niederländisch

die Laus (Kopflaus)
de luis; de hoofdluis
- luis [de ~] Nomen
- hoofdluis [de ~] Nomen

Laus

noun

Laus

noun

een klein, vleugelloos en bloedzuigend insect dat parasiterend leeft in het hoofdhaar
- hoofdluis → Laus
een meestal vleugelloos insect dat parasiteert op plant, mens en dier
- luis → Laus

Cross Translation:

From	To	Via
• Laus	→ luis	↔ louse — insect