Übersicht
Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten
- kondensieren:
-
Wiktionary:
- kondensieren → condenseren
- kondensieren → verdichten, condenseren, neerslaan, nauwer aanhalen, opwinden, spannen, strekken, uitrekken, dringen, drukken, knellen, persen, pressen, aandrukken, bijschuiven, insluiten, opsluiten, wegbergen, wegsluiten, bergen, opbergen, aaneensluiten, binden
Deutsch
Detailübersetzungen für kondensieren (Deutsch) ins Niederländisch
kondensieren:
kondensieren Verb (kondensiere, kondensierst, kondensiert, kondensierte, kondensiertet, kondensiert)
-
kondensieren
-
kondensieren (verdicken; einkochen; eindicken; eindampfen; evaporieren)
Konjugationen für kondensieren:
Präsens
- kondensiere
- kondensierst
- kondensiert
- kondensieren
- kondensiert
- kondensieren
Imperfekt
- kondensierte
- kondensiertest
- kondensierte
- kondensierten
- kondensiertet
- kondensierten
Perfekt
- habe kondensiert
- hast kondensiert
- hat kondensiert
- haben kondensiert
- habt kondensiert
- haben kondensiert
1. Konjunktiv [1]
- kondensiere
- kondensierest
- kondensiere
- kondensieren
- kondensieret
- kondensieren
2. Konjunktiv
- kondensierte
- kondensiertest
- kondensierte
- kondensierten
- kondensiertet
- kondensierten
Futur 1
- werde kondensieren
- wirst kondensieren
- wird kondensieren
- werden kondensieren
- werdet kondensieren
- werden kondensieren
1. Konjunktiv [2]
- würde kondensieren
- würdest kondensieren
- würde kondensieren
- würden kondensieren
- würdet kondensieren
- würden kondensieren
Diverses
- kondensier!
- kondensiert!
- kondensieren Sie!
- kondensiert
- kondensierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Übersetzung Matrix für kondensieren:
| Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
| condenseren | kondensieren | |
| dikker worden | eindampfen; eindicken; einkochen; evaporieren; kondensieren; verdicken | dicker und schwerder werden; eindicken; einkochen; verdicken; zunehmen |
| verdikken | eindampfen; eindicken; einkochen; evaporieren; kondensieren; verdicken | eindicken; einkochen; lang einkochen zum eindicken |
Synonyms for "kondensieren":
Wiktionary Übersetzungen für kondensieren:
kondensieren
Cross Translation:
verb
-
overgaan van gasvormige naar vloeibare toestand
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • kondensieren | → verdichten | ↔ condense — to decrease size or volume |
| • kondensieren | → condenseren; neerslaan | ↔ condense — to transform something into a liquid |
| • kondensieren | → neerslaan; condenseren | ↔ condense — to be transformed into a liquid |
| • kondensieren | → nauwer aanhalen; opwinden; spannen; strekken; uitrekken; dringen; drukken; knellen; persen; pressen; aandrukken; bijschuiven; insluiten; opsluiten; wegbergen; wegsluiten; bergen; opbergen; aaneensluiten; binden; verdichten | ↔ serrer — Renfermer, ranger, mettre en lieu sûr, à l’abri. (Sens général). |
Computerübersetzung von Drittern:
Niederländisch
Detailübersetzungen für kondensieren (Niederländisch) ins Deutsch
kondensieren: (*Wort und Satz getrennt)
Computerübersetzung von Drittern: