Filiale: deutsche und niederländische Suchergebnisse gefunden im Interglot Wörterbuch

Übersicht

Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten

Filiale:
- filiaal; hulpkantoor; bijkantoor; agentschap; dependance; ander filiaal; agentuur; filiaalbedrijf
Wiktionary:
- Filiale → filiaal
- Filiale → filiaal
User Contributed Translations for Filiale:
- filialen

Deutsch

Detailübersetzungen für Filiale (Deutsch) ins Niederländisch

die Filiale (Zweigstelle; Geschäftsstelle; Nebenstelle)
het filiaal; het hulpkantoor; het bijkantoor; het agentschap
- filiaal [het ~] Nomen
- hulpkantoor [het ~] Nomen
- bijkantoor [het ~] Nomen
- agentschap [het ~] Nomen
die Filiale (Zweigstelle; Dependance)
de dependance; ander filiaal
- dependance [de ~] Nomen
- ander filiaal [znw.] Nomen
die Filiale (Agentur)
het agentschap; de agentuur
- agentschap [het ~] Nomen
- agentuur [de ~ (v)] Nomen
die Filiale (Ladenkette; Geschäftskette)
het filiaalbedrijf
- filiaalbedrijf [het ~] Nomen
die Filiale
het filiaal
- filiaal [het ~] Nomen

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
agentschap	Agentur; Filiale; Geschäftsstelle; Nebenstelle; Zweigstelle
agentuur	Agentur; Filiale
ander filiaal	Dependance; Filiale; Zweigstelle
bijkantoor	Filiale; Geschäftsstelle; Nebenstelle; Zweigstelle
dependance	Dependance; Filiale; Zweigstelle	Dependance; Nebengebäude; Zweigstelle
filiaal	Filiale; Geschäftsstelle; Nebenstelle; Zweigstelle	Zweigniederlassung
filiaalbedrijf	Filiale; Geschäftskette; Ladenkette
hulpkantoor	Filiale; Geschäftsstelle; Nebenstelle; Zweigstelle

Außenstelle; Dependence; Geschäftsstelle; Kontor; Niederlassung; Standort; Tochterunternehmen; Vertretung; Zweigbetrieb; Zweiggeschäft; Zweigniederlassung; Zweigstelle

Filiale

Filiale

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• Filiale	→ filiaal	↔ branch — office of an organization with several locations