Übersicht
Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten
- schmackhaft:
-
Wiktionary:
- schmackhaft → smakelijk
- schmackhaft → heerlijk, smakelijk, lekker, genietbaar, kostelijk, overheerlijk, fijn, van goede smaak getuigend, mals, sappig
Deutsch
Detailübersetzungen für schmackhaft (Deutsch) ins Niederländisch
schmackhaft:
-
schmackhaft (verlockend; lecker; appetittlich)
smakelijk; lekker; verlokkend; aanlokkelijk-
smakelijk Adjektiv
-
lekker Adjektiv
-
verlokkend Adjektiv
-
aanlokkelijk Adjektiv
-
-
schmackhaft (verführerisch; verlockend; attraktiv; reizend; anziehend)
-
schmackhaft (anziehend; verlockend; attraktiv; reizvoll; einladend; reizend; schön; hübsch; anmutig; anmutsvoll; zierlich)
aantrekkelijk; attractief; uitnodigend; verlokkend; aanlokkelijk; bekoorlijk; verzoekend; uitlokkend-
aantrekkelijk Adjektiv
-
attractief Adjektiv
-
uitnodigend Adjektiv
-
verlokkend Adjektiv
-
aanlokkelijk Adjektiv
-
bekoorlijk Adjektiv
-
verzoekend Adjektiv
-
uitlokkend Adjektiv
-
Übersetzung Matrix für schmackhaft:
Synonyms for "schmackhaft":
Wiktionary Übersetzungen für schmackhaft:
schmackhaft
Cross Translation:
adjective
-
goed van smaak zijnd of van een goede smaak genietend
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• schmackhaft | → heerlijk; smakelijk; lekker | ↔ delicious — pleasing to taste |
• schmackhaft | → genietbaar; lekker | ↔ palatable — pleasing to the taste |
• schmackhaft | → heerlijk; kostelijk; overheerlijk; fijn; lekker; smakelijk; van goede smaak getuigend | ↔ savoureux — Qui a une bonne saveur, une saveur agréable. |
• schmackhaft | → mals; sappig; fijn; lekker; smakelijk; van goede smaak getuigend | ↔ succulent — Savoureux |