Übersicht
Deutsch nach Niederländisch:   mehr Daten
  1. durcheinandergeraten:


Deutsch

Detailübersetzungen für durcheinandergeraten (Deutsch) ins Niederländisch

durcheinandergeraten:

durcheinandergeraten Verb

  1. durcheinandergeraten (vermengen; schlingern)
    door elkaar halen; in de war maken
    • door elkaar halen Verb (haal door elkaar, haalt door elkaar, haalde door elkaar, haalden door elkaar, door elkaar gehaald)
    • in de war maken Verb (maak in de war, maakt in de war, maakte in de war, maakten in de war, in de war gemaakt)
  2. durcheinandergeraten (durcheinanderfallen)

Übersetzung Matrix für durcheinandergeraten:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
door elkaar geraken durcheinanderfallen; durcheinandergeraten
door elkaar halen durcheinandergeraten; schlingern; vermengen
door elkaar raken durcheinanderfallen; durcheinandergeraten
in de war maken durcheinandergeraten; schlingern; vermengen durcheinander bringen; schwindeln; taumeln

Computerübersetzung von Drittern: