"skakning" übersetzt von Schwedische ins Niederländisch--Interglot

Übersicht

Schwedisch nach Niederländisch: mehr Daten

skakning:
- convulsie; stuiptrekking; kramp; samentrekking; stuip; huivering; siddering; rilling; schok; schokkende beweging; stoot; hort; schouderophalen; trilling; tremor; geschok; geschud
- stuiptrekkend

Schwedisch

Detailübersetzungen für skakning (Schwedisch) ins Niederländisch

skakning (kramp)
convulsie; de stuiptrekking; de kramp; de samentrekking; de stuip
- convulsie [znw.] Nomen
- stuiptrekking [de ~ (v)] Nomen
- kramp [de ~] Nomen
- samentrekking [de ~ (v)] Nomen
- stuip [de ~] Nomen
skakning (darrning)
de huivering; de siddering; de rilling
- huivering [de ~ (v)] Nomen
- siddering [de ~ (v)] Nomen
- rilling [de ~ (m)] Nomen
skakning
de schok; schokkende beweging; de stoot; de hort
- schok [de ~ (m)] Nomen
- schokkende beweging [znw.] Nomen
- stoot [de ~ (m)] Nomen
- hort [de ~ (m)] Nomen
skakning (axelskakning)
het schouderophalen
- schouderophalen [het ~] Nomen
skakning (skälvning; rysning)
de trilling; de tremor
- trilling [de ~ (v)] Nomen
- tremor [de ~ (m)] Nomen
skakning (stöt)
geschok; geschud
- geschok [znw.] Nomen
- geschud [znw.] Nomen

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
convulsie	kramp; skakning
geschok	skakning; stöt
geschud	skakning; stöt
hort	skakning
huivering	darrning; skakning
kramp	kramp; skakning	muskel sammandragning
rilling	darrning; skakning
samentrekking	kramp; skakning	kedja; räcka; sekvens; serie
schok	skakning
schokkende beweging	skakning
schouderophalen	axelskakning; skakning
siddering	darrning; skakning
stoot	skakning	bump; dunk; duns; knuff; lätt knuff; puff; slag; stöt; örfil
stuip	kramp; skakning
stuiptrekking	kramp; skakning
tremor	rysning; skakning; skälvning
trilling	rysning; skakning; skälvning	darrning; vibration
Modifier	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
stuiptrekkend	skakning