"proppa" übersetzt von Schwedische ins Niederländisch--Interglot

Übersicht

Schwedisch nach Niederländisch: mehr Daten

proppa:
- proppen; ineen duwen; vreten; onbeschoft eten; ondersteunen; steunen; stutten; schoren; dragen; schragen

Schwedisch

Detailübersetzungen für proppa (Schwedisch) ins Niederländisch

proppa (stoppa; fylla; späcka)
proppen; ineen duwen
- proppen Verb (prop, propt, propte, propten, gepropt)
- ineen duwen Verb
proppa (överäta)
vreten; onbeschoft eten
- vreten Verb (vreet, vrat, vraten, gevreten)
- onbeschoft eten Verb
proppa (stötta)
ondersteunen; steunen; stutten; schoren; dragen; schragen
- ondersteunen Verb (ondersteun, ondersteunt, ondersteunde, ondersteunden, ondersteund)
- steunen Verb (steun, steunt, steunde, steunden, gesteund)
- stutten Verb (stut, stutte, stutten, gestut)
- schoren Verb (schoor, schoort, schoorde, schoorden, geschoord)
- dragen Verb (draag, draagt, droeg, droegen, gedragen)
- schragen Verb (schraag, schraagt, schraagde, schraagden, geschraagd)

1. jag, 2. du/ni, 3. han/hon/den/det, 4. vi, 5. ni, 6. de

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
steunen		jämrande; staggande
stutten		staggande
vreten		födande
Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
dragen	proppa; stötta	bära; ha på sig; stå ut med; uthärda
ineen duwen	fylla; proppa; späcka; stoppa
onbeschoft eten	proppa; överäta
ondersteunen	proppa; stötta	assistera; bära; ge bistånd; hjälpa; lugna; stödja; trösta; understödja
proppen	fylla; proppa; späcka; stoppa
schoren	proppa; stötta
schragen	proppa; stötta	understötta
steunen	proppa; stötta	backa upp; bära; hålla med; instämma; stödja; stöna; understödja; vara ense
stutten	proppa; stötta	understötta
vreten	proppa; överäta	frossa; fullproppa; fullstoppa; förbruka; konsumera; sluka; äta; äta glupskt; äta upp

Computerübersetzung von Drittern: