Home ->Wörterbücher ->Schwedisch/Niederländisch ->Suche: få lov

Schwedische und niederländische Suchergebnisse für: få lov

Übersicht

Schwedisch nach Niederländisch: mehr Daten

få lov:
- Wiktionary:
  få lov → mogen

Schwedisch

Detailübersetzungen für få lov (Schwedisch) ins Niederländisch

få lov: ^{(*Wort und Satz getrennt)}

få: mogen; willen; moeten; halen; pakken; believen; weinig; luttel; opdoen; oplopen; onverlangd krijgen
lov: vakantie; verlof; snipperdag; verloftijd; verlofjaar; akkoord; goedkeuring; toestemming; goedvinden; fiat; permissie; vergunning; feestdagen; licentie
löv: blad; boomblad; bladknooppunt

Wiktionary Übersetzungen für få lov:

Cross Translation:

From	To	Via
• få lov	→ mogen	↔ dürfen — Modalverb (mit Infinitiv): die Erlaubnis haben, etwas zu tun

Verwandte Übersetzungen für få lov