Home ->Wörterbücher ->Schwedisch/Niederländisch ->Suche: boplats

Schwedische und niederländische Suchergebnisse für: boplats

Übersicht

Schwedisch nach Niederländisch: mehr Daten

boplats:
- huis; verblijf; residentie; woning; woonhuis; thuis
Wiktionary:
- boplats → woonplaats

Schwedisch

Detailübersetzungen für boplats (Schwedisch) ins Niederländisch

boplats:

boplats [-en] Nomen

boplats (hem)
het huis; het verblijf; de residentie; de woning; het woonhuis; het thuis
- huis [het ~] Nomen
- verblijf [het ~] Nomen
- residentie [de ~ (v)] Nomen
- woning [de ~ (v)] Nomen
- woonhuis [het ~] Nomen
- thuis [het ~] Nomen

Übersetzung Matrix für boplats:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
huis	boplats; hem	boning; bostad; byggnad; hem; hus; residens
residentie	boplats; hem	residensstad
thuis	boplats; hem	hem / hemma; hemland
verblijf	boplats; hem	boning; bostad; hem; residens
woning	boplats; hem
woonhuis	boplats; hem
Adverb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
thuis		hemma

Wiktionary Übersetzungen für boplats:

Cross Translation:

From	To	Via
• boplats	→ woonplaats	↔ residence — place where one lives