Home ->Wörterbücher ->Schwedisch/Niederländisch ->Suche: tegel

Schwedische und niederländische Suchergebnisse für: tegel

Übersicht

Schwedisch nach Niederländisch: mehr Daten

tegel:
- tegelwerk; baksteen
Wiktionary:
- tegel → baksteen
- tegel → baksteen, bakstenen

Niederländisch nach Schwedisch: mehr Daten

tegel:
- kakel
Wiktionary:
- tegel → häll, kakel

Schwedisch

Detailübersetzungen für tegel (Schwedisch) ins Niederländisch

tegel:

tegel [-ett] Nomen

tegel (tegelläggning; kakel; kakelläggning)
het tegelwerk
- tegelwerk [het ~] Nomen
tegel
de baksteen
- baksteen [de ~ (m)] Nomen

Übersetzung Matrix für tegel:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
baksteen	tegel	sten; tegelsten
tegelwerk	kakel; kakelläggning; tegel; tegelläggning

Wiktionary Übersetzungen für tegel:

tegel

noun

een uit klei of leem gebakken steen
- baksteen → tegel

Cross Translation:

From	To	Via
• tegel	→ baksteen	↔ brick — hardened block used for building
• tegel	→ bakstenen; baksteen	↔ brick — a building material

Verwandte Übersetzungen für tegel

lera att göra tegel av

Niederländisch

Detailübersetzungen für tegel (Niederländisch) ins Schwedisch

tegel:

tegel [de ~ (m)] Nomen

de tegel (tegeltje)
kakel
- kakel [-ett] Nomen

Übersetzung Matrix für tegel:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
kakel	tegel; tegeltje	tegelwerk

Verwandte Wörter für "tegel":

tegelen, tegels, tegeltje

Verwandte Definitionen für "tegel":

rechthoekig plat stuk steen of aardewerk voor wanden of vloeren¹
- we hebben witte tegels in de badkamer¹

Wiktionary Übersetzungen für tegel:

Cross Translation:

From	To	Via
• tegel	→ häll; kakel	↔ carreau — Objet plat, ou ouverture, au contour approximativement carré.

¹Muiswerk Woordenboek