Schwedisch
Detailübersetzungen für maträtt (Schwedisch) ins Niederländisch
maträtt: (*Wort und Satz getrennt)
- mat: levensmiddelen; eetwaren; spijs; proviand; eten; kost; voeding; voedsel; spijziging
- rätt: recht; gerechtigheid; gerecht; correct; juiste; schotel; balie; rechtbank; hof; rechtspraak; gerechtshof; rechtspleging; tribunaal; rechtscollege
- rött: rood
- rått: rauw; ongekookt; grof; ruw; plat; lomp; wreed; meedogenloos; vunzig; schunnig; platvloers; laag-bij-de-grond; niet glad