Home ->Wörterbücher ->Schwedisch/Niederländisch ->Suche: helg

Schwedische und niederländische Suchergebnisse für: helg

Übersicht

Schwedisch nach Niederländisch: mehr Daten

helg:
- Wiktionary:
  helg → fuif, weekend
  helg → weekend, weekeinde
- User Contributed Translations for helg:
  weekend
- Synonyms for "helg":
  veckoslut; weekend

Schwedisch

Detailübersetzungen für helg (Schwedisch) ins Niederländisch

helg:

Synonyms for "helg":

veckoslut; weekend

Wiktionary Übersetzungen für helg:

helg

noun

vrolijk besloten feest
- fuif → helg
de periode van vrijdagavond tot en met zondagnacht
- weekend → helg; veckoslut

Cross Translation:

From	To	Via
• helg	→ weekend; weekeinde	↔ weekend — break in the working week
• helg	→ weekeinde; weekend	↔ week-end — Week-end