Schwedisch
Detailübersetzungen für delbar (Schwedisch) ins Niederländisch
delbar: (*Wort und Satz getrennt)
- del: onderdeel; deel; stuk; element; component; bestanddeel; ingrediënt; fractie; basisbestanddeel; portie; aandeel; gedeelte; part; stukje; segment; label; deeltje; plakje; schijfje; brokje; eindje; partje; fragmentje; klein stukje; onderdeeltje; snippertje
- bar: bar; lokaliteit; café; kroeg; taveerne; tapperij; herberg; gelagkamer; café-hotel
- bär: bes; besvrucht
Wiktionary Übersetzungen für delbar:
Niederländisch