Übersicht
Schwedisch nach Niederländisch:   mehr Daten
  1. arm:
  2. armé:
  3. ärm:
  4. Wiktionary:
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. arm:
  2. Wiktionary:


Schwedisch

Detailübersetzungen für arm (Schwedisch) ins Niederländisch

arm:

arm [-en] Nomen

  1. arm (olycklig; vrak)
    ongelukkige

Übersetzung Matrix für arm:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ongelukkige arm; olycklig; vrak

Synonyms for "arm":


Wiktionary Übersetzungen für arm:

arm
noun
  1. lichaamsdeel

Cross Translation:
FromToVia
arm arm arm — portion of the upper appendage from shoulder to wrist
arm arm bras — Membre
arm arm; beklagenswaardig; schamel; ongelukkig; erbarmelijk; zielig malheureux — Qui porte malheur, qui annonce ou qui cause du malheur. (Sens général)
arm belabberd; ellendig; miserabel; schamel; schunnig; stumperig; arm; armelijk; armoedig; beklagenswaardig; erbarmelijk; zielig pauvre — Qui est dans la pauvreté ; qui ne dispose pas de ressources suffisantes.

armé:

armé [-en] Nomen

  1. armé (beväpnade styrkor; styrka)
    het leger; de krijgsmacht; de legermacht; de strijdmacht; de troepenmacht
  2. armé (marktrupper)
    de landmacht; het landleger
  3. armé
    de heerschaar; de legerschaar

Übersetzung Matrix für armé:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
heerschaar armé
krijgsmacht armé; beväpnade styrkor; styrka försvarsmakt; stridsmakt
landleger armé; marktrupper
landmacht armé; marktrupper markstridskrafter
leger armé; beväpnade styrkor; styrka håla; läger; mysrum; stridsmakt
legermacht armé; beväpnade styrkor; styrka stridsmakt
legerschaar armé
strijdmacht armé; beväpnade styrkor; styrka stridsmakt
troepenmacht armé; beväpnade styrkor; styrka
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
leger militärisk; militäriskt; militärt

Synonyms for "armé":


Wiktionary Übersetzungen für armé:


Cross Translation:
FromToVia
armé landmacht; leger army — military force concerned mainly with ground operations
armé landsverdediging; defensie army — government agency in charge of a state's army
armé heer; strijdmacht; leger Armee — die gesamten organisierten militärischen Streitkräfte eines Staates

ärm:

ärm [-en] Nomen

  1. ärm
    de mof; de mouw
    • mof [de ~ (m)] Nomen
    • mouw [de ~] Nomen

Übersetzung Matrix für ärm:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
mof ärm
mouw ärm

Wiktionary Übersetzungen für ärm:

ärm
noun
  1. dat deel van een kledingstuk dat de armen omvat

Cross Translation:
FromToVia
ärm mouw sleeve — part of a garment that covers the arm
ärm mouw Ärmel — der Teil eines Kleidungsstücks, der den Arm bedeckt
ärm mouw manche — vête|fr Partie du vêtement, de forme et de dimension variable, dans laquelle on passe le bras et qui le recouvre en totalité ou en partie.

Verwandte Übersetzungen für arm



Niederländisch

Detailübersetzungen für arm (Niederländisch) ins Schwedisch

arm:

arm [de ~ (m)] Nomen

  1. de arm (armleuning)
    armstöd

Übersetzung Matrix für arm:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
armstöd arm; armleuning
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
- zielig
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
dålig arm; inferieur; minderwaardig; ondermaats; ondeugdelijk; slecht; tweederangs; zwak aan een ziekte lijdend; achterbaks; banaal; bekaaid; boosaardig; er bekaaid afkomen; geniepig; gluiperig; in het geniep; laag; malicieus; pover; schamel; snood; stiekem; verraderlijk; vuig; ziek
dåligt arm; inferieur; minderwaardig; ondermaats; ondeugdelijk; slecht; tweederangs; zwak aan een ziekte lijdend; achterbaks; banaal; bekaaid; boosaardig; er bekaaid afkomen; gemeen; geniepig; gluiperig; in het geniep; laag; malicieus; min; pover; schamel; slecht; snood; stiekem; vals; verraderlijk; vuig; ziek
fattig arm; armetierig; berooid; pover armzalig; dor; karig; mager; pover; schamel; schraal
fattigt arm; armetierig; berooid; pover armzalig; berooid; dor; karig; mager; pover; schamel; schraal
nödlidande arm; armelijk; armoedig; behoeftig; kommerlijk; minvermogend; noodlijdend; onvermogend berooid; doodarm; straatarm
undermåligt arm; inferieur; minderwaardig; ondermaats; ondeugdelijk; slecht; tweederangs; zwak

Verwandte Wörter für "arm":

  • armen, armer, armere, armst, armste, arme

Synonyms for "arm":


Antonyme für "arm":


Verwandte Definitionen für "arm":

  1. deel van een ding dat iets pakt of draagt1
    • deze kandelaar heeft vier armen1
  2. lichaamsdeel van hand tot schouder1
    • Anita heeft haar arm gebroken1
  3. wie weinig heeft1
    • ik heb al mijn geld uitgegeven: ik ben arm1
  4. met wie je medelijden hebt1
    • die arme jongen heeft het zwaar bij zijn opstandige vrouw1

Wiktionary Übersetzungen für arm:

arm
noun
  1. lichaamsdeel

Cross Translation:
FromToVia
arm arm arm — portion of the upper appendage from shoulder to wrist
arm fattig poor — with no possessions or money
arm stackars; miserabel poor — to be pitied
arm arm bras — Membre
arm arm; fattig; olycklig malheureux — Qui porte malheur, qui annonce ou qui cause du malheur. (Sens général)
arm arm pauvre — Qui est dans la pauvreté ; qui ne dispose pas de ressources suffisantes.