Schwedisch
Detailübersetzungen für knäböja (Schwedisch) ins Niederländisch
knäböja: (*Wort und Satz getrennt)
- knä: knie; schoot; moederschoot; kromhout
- böja: buigen; vervoegen; buiging; verbuigen; kromming; declineren; krombuigen; krom buigen; ombuigen; doen buigen
- kön: geslacht; kunne; sekse; genus; seksen; geslachten