Home ->Wörterbücher ->Schwedisch/Niederländisch ->Suche: affisch

Schwedische und niederländische Suchergebnisse für: affisch

Übersicht

Schwedisch nach Niederländisch: mehr Daten

affisch:
- affiche; poster; plakkaat; aanplakbiljet; biljet; reclamebord; bord; reclameplaat
Wiktionary:
- affisch → aanplakbiljet, affiche, poster, plakkaat

Schwedisch

Detailübersetzungen für affisch (Schwedisch) ins Niederländisch

affisch:

affisch [-en] Nomen

affisch (poster; anslag; plakat)
de affiche; de poster; het plakkaat; het aanplakbiljet; het biljet
- affiche [de ~] Nomen
- poster [de ~ (m)] Nomen
- plakkaat [het ~] Nomen
- aanplakbiljet [het ~] Nomen
- biljet [het ~] Nomen
affisch
het reclamebord; het bord
- reclamebord [het ~] Nomen
- bord [het ~] Nomen
affisch
de reclameplaat
- reclameplaat [de ~] Nomen
affisch
de poster
- poster [de ~ (m)] Nomen

Übersetzung Matrix für affisch:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
aanplakbiljet	affisch; anslag; plakat; poster
affiche	affisch; anslag; plakat; poster	reklamaffisch
biljet	affisch; anslag; plakat; poster
bord	affisch	flat tallrik; griffeltavla; svarttavla; tallrik
plakkaat	affisch; anslag; plakat; poster
poster	affisch; anslag; plakat; poster
reclamebord	affisch	ljusskylt; neonskylt
reclameplaat	affisch

Synonyms for "affisch":

anslag; plakat; plansch; poster

Wiktionary Übersetzungen für affisch:

Cross Translation:

From	To	Via
• affisch	→ aanplakbiljet; affiche; poster; plakkaat	↔ affiche — feuille souple ou rigide affichant un message, ou une image, imprimer ou écrire que l’on appliquer contre les murs pour donner connaissance au public de quelque chose.
• affisch	→ aanplakbiljet; affiche; poster; plakkaat	↔ placard — Feuille imprimée

Verwandte Übersetzungen für affisch

affisch färg