Schwedisch
Detailübersetzungen für djuphet (Schwedisch) ins Niederländisch
djuphet: (*Wort und Satz getrennt)
- djup: diep; intens; innig; totaal; helemaal; grondig; degelijk; diepgaand; volkomen; diepgravend; niet oppervlakkig; diepte; zeer; pijnlijk; diepzinnig; diepliggend
- het: vurig; gepassioneerd; hartstochtelijk; stormachtig; temperamentvol; warmbloedig; heetbloedig; levendig; fervent; verhit; geagiteerd; hot
- Het: Hot