Schwedisch
Detailübersetzungen für färglägga (Schwedisch) ins Niederländisch
färglägga: (*Wort und Satz getrennt)
- färg: verf; kleur; toon; tint; kleurtje; kleuring; kleurstof; pigment; tinctuur
- lägga: plaatsen; zetten; leggen; deponeren; situeren; zich afspelen; inklinken; neerzetten; bijzetten
- förgå: afnemen; achteruitgaan; minder worden; declineren; verlopen; vervallen; aflopen; voorbijgaan; vergaan; verstrijken
- ålägga: opdwingen
Spelling Suggestions for: färglägga
färglägga:
Synonyms for "färglägga":
Computerübersetzung von Drittern: