Schwedisch
Detailübersetzungen für D-mark (Schwedisch) ins Niederländisch
D-mark: (*Wort und Satz getrennt)
- D: D; suggestief taalgebruik
- då: dan; omdat; daar; aangezien; toen; destijds; indertijd; toentertijd; toenmaals; alsdan; toendertijd
- dö: vallen; sterven; overlijden; doodgaan; wegvallen; omkomen; bezwijken; sneuvelen; inslapen; heengaan; kapotgaan; verscheiden; ontslapen; verrekken; creperen; zieltogen; versterven; ophouden; uitsterven; afsterven
- märka: zien; voelen; bespeuren; ontwaren; opmerken; merken; waarnemen; signaleren; bemerken; gewaarworden; etiketteren; aanstrepen
Wiktionary Übersetzungen für D-mark:
Verwandte Übersetzungen für D-mark
Niederländisch