Schwedisch
Detailübersetzungen für formlös (Schwedisch) ins Niederländisch
formlös: (*Wort und Satz getrennt)
- form: mal; matrijs; gietvorm; modelvorm; vorm; conditie; figuur; verschijning; gestalte; gedaante; postuur; in vorm zijn; lichaamspostuur; shape
- lös: los; mobiel; roerend; beweegbaar; verplaatsbaar; verzetbaar; niet vast
- lås: tong; schoot; schuif; grendel; verschuifbare sluiting; vergrendelen; knipbeugel; sluiswerk