Schwedisch
Detailübersetzungen für förvisa (Schwedisch) ins Niederländisch
förvisa: (*Wort und Satz getrennt)
- får: schapen; lammeren
- visa: tonen; laten zien; presenteren; tentoonstellen; uitstallen; etaleren; aanbieden; voorleggen; wijs; melodie; offreren; vertonen; demonstratie; exposeren; uitbreiden; weergeven; demonstreren; betogen; wijzen naar; tevoorschijn halen; te voorschijn halen; voor de dag halen; tevoorschijnhalen; tevoorschijntoveren; tevoorschijn brengen; voordedaghalen
- för: want; pro; voor; namelijk; boeg; steven; voorsteven
- frö: korrel; zaaigoed; korreltje; grein
Spelling Suggestions for: förvisa
förvisa:
Synonyms for "förvisa":
Computerübersetzung von Drittern:
Niederländisch