Übersicht
Schwedisch nach Niederländisch: mehr Daten
-
höstlik:
-
Wiktionary:
höstlik → herfstachtig, herfstig, herfstlijk, herfst-, najaars-
-
Wiktionary:
Schwedisch
Detailübersetzungen für höstlik (Schwedisch) ins Niederländisch
höstlik: (*Wort und Satz getrennt)
- höst: herfst; najaar; herfsttijd
- lik: overeenkomend; op elkaar lijkend; gelijk; lichaam; evenals; soortgelijk; alsook; lijk; alsmede; lijf; anatomie; kadaver
- häst: paard; knol
Wiktionary Übersetzungen für höstlik:
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • höstlik | → herfstachtig; herfstig; herfstlijk; herfst-; najaars- | ↔ automnal — Qui appartenir à l’automne. |