Übersicht
Schwedisch nach Niederländisch:   mehr Daten
  1. händig:
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. handig:
  2. Wiktionary:


Schwedisch

Detailübersetzungen für händig (Schwedisch) ins Niederländisch

händig: (*Wort und Satz getrennt)


Wiktionary Übersetzungen für händig:


Cross Translation:
FromToVia
händig handig deft — skillful
händig vlot; nuttig; leuk nifty — good, useful

Computerübersetzung von Drittern:


Niederländisch

Detailübersetzungen für händig (Niederländisch) ins Schwedisch

händig form of handig:

handig Adjektiv

  1. handig (nuttig)
    brukbar; brukbart
  2. handig (behendig; vaardig; bekwaam; kundig)
    skickligt; händigt; kunnigt; duktig; kunnig; duktigt; fingerfärdig; fingerfärdigt
  3. handig (bruikbaar; nuttig; inzetbaar; werkbaar)
    användbart; brukbar; brukbart

Übersetzung Matrix für handig:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
användbart bruikbaar; handig; inzetbaar; nuttig; werkbaar bruikbaar; bruikbare; geniaal; nuttig; praktisch; toepasbaar; vernuftig; voordelig
brukbar bruikbaar; handig; inzetbaar; nuttig; werkbaar bruikbare
brukbart bruikbaar; handig; inzetbaar; nuttig; werkbaar bruikbare
duktig behendig; bekwaam; handig; kundig; vaardig gevat; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; uitgeslapen; volleerd
duktigt behendig; bekwaam; handig; kundig; vaardig competent; deskundig; fysiek in staat; gevat; in staat; oordeelkundig; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; ter zake kundig; uitgeslapen; vakbekwaam; vakkundig; volleerd
fingerfärdig behendig; bekwaam; handig; kundig; vaardig
fingerfärdigt behendig; bekwaam; handig; kundig; vaardig
händigt behendig; bekwaam; handig; kundig; vaardig
kunnig behendig; bekwaam; handig; kundig; vaardig bedreven; bekwaam; competent; deskundig; geoefend; kundig; oordeelkundig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig; volleerd
kunnigt behendig; bekwaam; handig; kundig; vaardig bedreven; bekwaam; competent; deskundig; geoefend; kundig; oordeelkundig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig; volleerd
skickligt behendig; bekwaam; handig; kundig; vaardig bevoegd; bij de pinken; clever; goochem; kien; schrander; slim; uitgeslapen; volleerd

Verwandte Wörter für "handig":

  • handigheid, handiger, handigere, handigst, handigste, handige

Synonyms for "handig":


Verwandte Definitionen für "handig":

  1. snel en met zoveel mogelijk resultaat1
    • mijn man is handig, hij kan alles1
  2. makkelijk in het gebruik1
    • dit doekje is erg handig, ik gebruik het overal voor1

Wiktionary Übersetzungen für handig:


Cross Translation:
FromToVia
handig skicklig; kompetent able — skillful
handig kvick; skicklig; händig; flink deft — skillful
handig mångsidig versatile — having varied uses or many functions
handig skicklig adroit — Qui a de l’adresse. (Sens général).

Computerübersetzung von Drittern: