Home ->Wörterbücher ->Schwedisch/Niederländisch ->Suche: nobel

Schwedische und niederländische Suchergebnisse für: nobel

Übersicht

Schwedisch nach Niederländisch: mehr Daten

nobel:
- Wiktionary:
  nobel → edel, nobel, fatsoenlijk, eervol, adellijk
- Synonyms for "nobel":
  förnäm; fin; rorik

Niederländisch nach Schwedisch: mehr Daten

nobel:
- generös; generöst; storartigt; ansenlig; majestätisk; ansenligt; majestätiskt
Wiktionary:
- nobel → ädel, nobel

Schwedisch

Detailübersetzungen für nobel (Schwedisch) ins Niederländisch

nobel:

Übersetzung Matrix für nobel:

Other	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
-	nobelt

Synonyms for "nobel":

förnäm; fin; rorik

Wiktionary Übersetzungen für nobel:

Cross Translation:

From	To	Via
• nobel	→ edel; nobel; fatsoenlijk; eervol; adellijk	↔ noble — having honorable qualities

Computerübersetzung von Drittern:

Niederländisch

Detailübersetzungen für nobel (Niederländisch) ins Schwedisch

nobel:

nobel Adjektiv

nobel (grootmoedig; edelmoedig; edel; groots)
generös; generöst; storartigt
- generös Adjektiv
- generöst Adjektiv
- storartigt Adjektiv
nobel (indrukwekkend; aanzienlijk; majestueus; deftig; plechtig; trots; parmant; statig; vorstelijk; parmantig; plechtstatig; fier)
ansenlig; majestätisk; ansenligt; majestätiskt
- ansenlig Adjektiv
- majestätisk Adjektiv
- ansenligt Adjektiv
- majestätiskt Adjektiv

Übersetzung Matrix für nobel:

Modifier	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
ansenlig	aanzienlijk; deftig; fier; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vorstelijk	behoorlijk; danig; duchtig; eerbiedwekkend; indrukwekkend
ansenligt	aanzienlijk; deftig; fier; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vorstelijk	aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; dik; eerbiedwekkend; enorm; flink; fors; indrukwekkend; lijvig; substantieel; vet; zwaar van lijf
generös	edel; edelmoedig; grootmoedig; groots; nobel	edelmoedig; genereus; goedgeefs; gul; mild; royaal; ruimhartig; scheutig; vrijgevig
generöst	edel; edelmoedig; grootmoedig; groots; nobel	edelmoedig; genereus; goedgeefs; gul; mild; royaal; ruimhartig; scheutig; vrijgevig
majestätisk	aanzienlijk; deftig; fier; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vorstelijk	leeuwachtig
majestätiskt	aanzienlijk; deftig; fier; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vorstelijk	leeuwachtig
storartigt	edel; edelmoedig; grootmoedig; groots; nobel	fantastisch; fenomenaal; geweldig; groots; puik

Verwandte Wörter für "nobel":

nobelheid, nobeler, nobelere, nobelst, nobelste, nobele

Antonyme für "nobel":

min

Verwandte Definitionen für "nobel":

met goede en eerlijke bedoelingen¹
- hij is een eerlijk mens¹

Wiktionary Übersetzungen für nobel:

Cross Translation:

From	To	Via
• nobel	→ ädel; nobel	↔ noble — having honorable qualities
• nobel	→ ädel	↔ noble — personne faire partie d’une aristocratie dirigeante ou foncière, souvent dynastique. cf\|féodalité\|homme-lige

Computerübersetzung von Drittern:

¹Muiswerk Woordenboek