Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. zorgeloosheid:
  2. zorgeloos:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für zorgeloosheid (Niederländisch) ins Schwedisch

zorgeloosheid:

zorgeloosheid [de ~ (v)] Nomen

  1. de zorgeloosheid (onbezorgdheid)
    sorglöshet

Übersetzung Matrix für zorgeloosheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
sorglöshet onbezorgdheid; zorgeloosheid frivoliteit; hupsheid; lichthartigheid; lichtzinnigheid; luchthartigheid; ondiepte; oppervlakkigheid

Verwandte Wörter für "zorgeloosheid":


zorgeloosheid form of zorgeloos:

zorgeloos Adjektiv

  1. zorgeloos (luchthartig; gerust; onbesuisd; onbezorgd; onbekommerd)

Übersetzung Matrix für zorgeloos:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
sorglöst gerust; luchthartig; onbekommerd; onbesuisd; onbezorgd; zorgeloos lachziek; lichthartig
utan sorger gerust; luchthartig; onbekommerd; onbesuisd; onbezorgd; zorgeloos

Verwandte Wörter für "zorgeloos":


Wiktionary Übersetzungen für zorgeloos:


Cross Translation:
FromToVia
zorgeloos bekymmerslöst blithely — without care, concern, or consideration
zorgeloos bekymmerslös; sorgfri; obekymrad; sorglös happy-go-lucky — carefree