Niederländisch
Detailübersetzungen für werklust (Niederländisch) ins Schwedisch
werklust:
-
de werklust (daadkracht; momentum; esprit; energie; kracht; puf; aandrift; fut)
-
de werklust (vlijt; nijverheid; ijverigheid; werkzaamheid; ijver; noestigheid; naarstigheid; vlijtigheid)
arbetsiver-
arbetsiver Nomen
-
Übersetzung Matrix für werklust:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
arbetsiver | ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; vlijt; vlijtigheid; werklust; werkzaamheid | |
drivkraft | aandrift; daadkracht; energie; esprit; fut; kracht; momentum; puf; werklust | aandrijfkracht; aandrijving; drijfkracht; stuwkracht; voortstuwing |
energi | aandrift; daadkracht; energie; esprit; fut; kracht; momentum; puf; werklust | dynamiek; electrische stroom; energie; stroom; stuwkracht; voortstuwing |
fart | aandrift; daadkracht; energie; esprit; fut; kracht; momentum; puf; werklust | dynamiek; elan; gang; gloed; pit; rijsnelheid; schielijkheid; snelheid; spoed; stuwkracht; tempo; vaart; vlam; voortstuwing; vuur |