Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. wachtwoorden:
  2. wachtwoord:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für wachtwoorden (Niederländisch) ins Schwedisch

wachtwoorden:

wachtwoorden [de ~] Nomen, Plural

  1. de wachtwoorden
    lösenord

Übersetzung Matrix für wachtwoorden:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
lösenord wachtwoorden consigne; herkenningswoord; toegangscode; wachtwoord; wachtwoordcode

Verwandte Wörter für "wachtwoorden":


wachtwoord:

wachtwoord [het ~] Nomen

  1. het wachtwoord (consigne)
    lösenord
  2. het wachtwoord (toegangscode)

Übersetzung Matrix für wachtwoord:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
lösenord consigne; toegangscode; wachtwoord herkenningswoord; wachtwoordcode; wachtwoorden
Not SpecifiedVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
åtkomstkod toegangscode; wachtwoord

Verwandte Wörter für "wachtwoord":


Wiktionary Übersetzungen für wachtwoord:


Cross Translation:
FromToVia
wachtwoord insats EinsatzMusik, Schauspielerei: Beginn des Spiels eines Musikers oder einer Gruppe von Musikern beziehungsweise Schauspielern in einem Stück
wachtwoord lösenord PasswortMittel zur Authentifizierung eines Benutzer
wachtwoord lösen; lösenord password — secret word used to gain admittance
wachtwoord lösenord password — computing: string of characters known only to a user
wachtwoord schibbolet shibboleth — A word, especially seen as a test, to distinguish someone as belonging to a particular nation, class, profession etc
wachtwoord lösenord mot de passecode alphanumérique ou phrase, moyen d’authentification, qu'il faut donner pour accéder dans un endroit protégé ou pour utiliser une ressource ou un service dont l'accès est limité et protégé.