Niederländisch
Detailübersetzungen für voortkwakkelen (Niederländisch) ins Schwedisch
voortkwakkelen:
voortkwakkelen Verb (kwakkel voort, kwakkelt voort, kwakkelde voort, kwakkelden voort, voortgekwakkeld)
-
voortkwakkelen
Konjugationen für voortkwakkelen:
o.t.t.
- kwakkel voort
- kwakkelt voort
- kwakkelt voort
- kwakkelen voort
- kwakkelen voort
- kwakkelen voort
o.v.t.
- kwakkelde voort
- kwakkelde voort
- kwakkelde voort
- kwakkelden voort
- kwakkelden voort
- kwakkelden voort
v.t.t.
- ben voortgekwakkeld
- bent voortgekwakkeld
- is voortgekwakkeld
- zijn voortgekwakkeld
- zijn voortgekwakkeld
- zijn voortgekwakkeld
v.v.t.
- was voortgekwakkeld
- was voortgekwakkeld
- was voortgekwakkeld
- waren voortgekwakkeld
- waren voortgekwakkeld
- waren voortgekwakkeld
o.t.t.t.
- zal voortkwakkelen
- zult voortkwakkelen
- zal voortkwakkelen
- zullen voortkwakkelen
- zullen voortkwakkelen
- zullen voortkwakkelen
o.v.t.t.
- zou voortkwakkelen
- zou voortkwakkelen
- zou voortkwakkelen
- zouden voortkwakkelen
- zouden voortkwakkelen
- zouden voortkwakkelen
diversen
- kwakkel voort!
- kwakkelt voort!
- voortgekwakkeld
- voortkwakkelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für voortkwakkelen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
krassla | voortkwakkelen |