Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. voorschoten:
  2. voorschot:
  3. voorschieten:
  4. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für voorschoten (Niederländisch) ins Schwedisch

voorschoten:

voorschoten [de ~] Nomen, Plural

  1. de voorschoten

Übersetzung Matrix für voorschoten:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
förkläden voorschoten

Verwandte Wörter für "voorschoten":


voorschot:

voorschot [het ~] Nomen

  1. het voorschot
    förskott

Übersetzung Matrix für voorschot:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
förskott voorschot kasvoorschot; voorschotten; vooruitbetaling

Verwandte Wörter für "voorschot":


Wiktionary Übersetzungen für voorschot:


Cross Translation:
FromToVia
voorschot förskott advance — amount of money
voorschot avbetalning acompte — Somme d’argent versée dès la signature d’un contrat, et enlevant toute possibilité de dédit

voorschoten form of voorschieten:

voorschieten Verb (schiet voor, schoot voor, schoten voor, voorgeschoten)

  1. voorschieten
    avancera; närma sig; flytta framåt
    • avancera Verb (avancerar, avancerade, avancerat)
    • närma sig Verb (närmar sig, närmade sig, närmat sig)
    • flytta framåt Verb (flyttar framåt, flyttade framåt, flyttat framåt)

Konjugationen für voorschieten:

o.t.t.
  1. schiet voor
  2. schiet voor
  3. schiet voor
  4. schieten voor
  5. schieten voor
  6. schieten voor
o.v.t.
  1. schoot voor
  2. schoot voor
  3. schoot voor
  4. schoten voor
  5. schoten voor
  6. schoten voor
v.t.t.
  1. heb voorgeschoten
  2. hebt voorgeschoten
  3. heeft voorgeschoten
  4. hebben voorgeschoten
  5. hebben voorgeschoten
  6. hebben voorgeschoten
v.v.t.
  1. had voorgeschoten
  2. had voorgeschoten
  3. had voorgeschoten
  4. hadden voorgeschoten
  5. hadden voorgeschoten
  6. hadden voorgeschoten
o.t.t.t.
  1. zal voorschieten
  2. zult voorschieten
  3. zal voorschieten
  4. zullen voorschieten
  5. zullen voorschieten
  6. zullen voorschieten
o.v.t.t.
  1. zou voorschieten
  2. zou voorschieten
  3. zou voorschieten
  4. zouden voorschieten
  5. zouden voorschieten
  6. zouden voorschieten
diversen
  1. schiet voor!
  2. schiet voor!
  3. voorgeschoten
  4. voorschietend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für voorschieten:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
avancera voorschieten avanceren; bevorderd worden; helpen; hogerop komen; naderen; promoten; tegemoetkomen; toenaderen; voorwaarts gaan; zich opwerken
flytta framåt voorschieten
närma sig voorschieten benaderen; naderen; tegemoetkomen; toenaderen

Wiktionary Übersetzungen für voorschieten:


Cross Translation:
FromToVia
voorschieten förskottera advance — to furnish, as money or other value, before it becomes due