Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. verwaaien:


Niederländisch

Detailübersetzungen für verwaaien (Niederländisch) ins Schwedisch

verwaaien:

verwaaien Verb (verwaai, verwaait, verwoei, verwoeien, verwaaid)

  1. verwaaien (wegstuiven; wegwaaien)
    flyga iväg
    • flyga iväg Verb (flyger iväg, flög iväg, flugit iväg)

Konjugationen für verwaaien:

o.t.t.
  1. verwaai
  2. verwaait
  3. verwaait
  4. verwaaien
  5. verwaaien
  6. verwaaien
o.v.t.
  1. verwoei
  2. verwoei
  3. verwoei
  4. verwoeien
  5. verwoeien
  6. verwoeien
v.t.t.
  1. ben verwaaid
  2. bent verwaaid
  3. is verwaaid
  4. zijn verwaaid
  5. zijn verwaaid
  6. zijn verwaaid
v.v.t.
  1. was verwaaid
  2. was verwaaid
  3. was verwaaid
  4. waren verwaaid
  5. waren verwaaid
  6. waren verwaaid
o.t.t.t.
  1. zal verwaaien
  2. zult verwaaien
  3. zal verwaaien
  4. zullen verwaaien
  5. zullen verwaaien
  6. zullen verwaaien
o.v.t.t.
  1. zou verwaaien
  2. zou verwaaien
  3. zou verwaaien
  4. zouden verwaaien
  5. zouden verwaaien
  6. zouden verwaaien
diversen
  1. verwaai!
  2. verwaait!
  3. verwaaid
  4. verwaaiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für verwaaien:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
flyga iväg verwaaien; wegstuiven; wegwaaien afvliegen; opstijgen; wegvliegen