Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Schwedisch ->übersetze versoepelen

übersetze versoepelen von Niederländische ins Schwedisch

Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. versoepelen:

Niederländisch

Detailübersetzungen für versoepelen (Niederländisch) ins Schwedisch

versoepelen:

versoepelen Verb (versoepel, versoepelt, versoepelde, versoepelden, versoepeld)

  1. versoepelen
    liberalisera
    • liberalisera Verb (liberaliserar, liberaliserade, liberaliserat)

Konjugationen für versoepelen:

o.t.t.
  1. versoepel
  2. versoepelt
  3. versoepelt
  4. versoepelen
  5. versoepelen
  6. versoepelen
o.v.t.
  1. versoepelde
  2. versoepelde
  3. versoepelde
  4. versoepelden
  5. versoepelden
  6. versoepelden
v.t.t.
  1. heb versoepeld
  2. hebt versoepeld
  3. heeft versoepeld
  4. hebben versoepeld
  5. hebben versoepeld
  6. hebben versoepeld
v.v.t.
  1. had versoepeld
  2. had versoepeld
  3. had versoepeld
  4. hadden versoepeld
  5. hadden versoepeld
  6. hadden versoepeld
o.t.t.t.
  1. zal versoepelen
  2. zult versoepelen
  3. zal versoepelen
  4. zullen versoepelen
  5. zullen versoepelen
  6. zullen versoepelen
o.v.t.t.
  1. zou versoepelen
  2. zou versoepelen
  3. zou versoepelen
  4. zouden versoepelen
  5. zouden versoepelen
  6. zouden versoepelen
diversen
  1. versoepel!
  2. versoepelt!
  5. versoepeld
  6. versoepelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für versoepelen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
liberalisera versoepelen







Kostenfreie, schnelle Übersetzungen

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Seite gezeigt in 0.0831 Sekunden
Seite aufgebaut in 1.0 Sekunden