Niederländisch
Detailübersetzungen für verkrachten (Niederländisch) ins Schwedisch
verkrachten:
-
verkrachten (aanranden)
Konjugationen für verkrachten:
o.t.t.
- verkracht
- verkracht
- verkracht
- verkrachten
- verkrachten
- verkrachten
o.v.t.
- verkrachtte
- verkrachtte
- verkrachtte
- verkrachtten
- verkrachtten
- verkrachtten
v.t.t.
- heb verkracht
- hebt verkracht
- heeft verkracht
- hebben verkracht
- hebben verkracht
- hebben verkracht
v.v.t.
- had verkracht
- had verkracht
- had verkracht
- hadden verkracht
- hadden verkracht
- hadden verkracht
o.t.t.t.
- zal verkrachten
- zult verkrachten
- zal verkrachten
- zullen verkrachten
- zullen verkrachten
- zullen verkrachten
o.v.t.t.
- zou verkrachten
- zou verkrachten
- zou verkrachten
- zouden verkrachten
- zouden verkrachten
- zouden verkrachten
diversen
- verkracht!
- verkracht!
- verkracht
- verkrachtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für verkrachten:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
våldta | aanranden; verkrachten |
Verwandte Definitionen für "verkrachten":
Wiktionary Übersetzungen für verkrachten:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verkrachten | → våldtäkt | ↔ Vergewaltigung — (Straftat) sexueller Übergriff, bei der eine Person gegen ihren ausdrücklichen Willen gezwungen wird |
• verkrachten | → våldta | ↔ rape — force sexual intercourse |