Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. verkolen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für verkolen (Niederländisch) ins Schwedisch

verkolen:

verkolen Verb (verkool, verkoolt, verkoolde, verkoolden, verkoold)

  1. verkolen (carboniseren)
    kolsyra
    • kolsyra Verb (kolsyrar, kolsyrade, kolsyrat)

Konjugationen für verkolen:

o.t.t.
  1. verkool
  2. verkoolt
  3. verkoolt
  4. verkolen
  5. verkolen
  6. verkolen
o.v.t.
  1. verkoolde
  2. verkoolde
  3. verkoolde
  4. verkoolden
  5. verkoolden
  6. verkoolden
v.t.t.
  1. heb verkoold
  2. hebt verkoold
  3. heeft verkoold
  4. hebben verkoold
  5. hebben verkoold
  6. hebben verkoold
v.v.t.
  1. had verkoold
  2. had verkoold
  3. had verkoold
  4. hadden verkoold
  5. hadden verkoold
  6. hadden verkoold
o.t.t.t.
  1. zal verkolen
  2. zult verkolen
  3. zal verkolen
  4. zullen verkolen
  5. zullen verkolen
  6. zullen verkolen
o.v.t.t.
  1. zou verkolen
  2. zou verkolen
  3. zou verkolen
  4. zouden verkolen
  5. zouden verkolen
  6. zouden verkolen
diversen
  1. verkool!
  2. verkoolt!
  3. verkoold
  4. verkolend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für verkolen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
kolsyra carboniseren; verkolen

Computerübersetzung von Drittern: