Niederländisch
Detailübersetzungen für verkleumen (Niederländisch) ins Schwedisch
verkleumen:
-
verkleumen
Konjugationen für verkleumen:
o.t.t.
- verkleum
- verkleumt
- verkleumt
- verkleumen
- verkleumen
- verkleumen
o.v.t.
- verkleumde
- verkleumde
- verkleumde
- verkleumden
- verkleumden
- verkleumden
v.t.t.
- ben verkleumd
- bent verkleumd
- is verkleumd
- zijn verkleumd
- zijn verkleumd
- zijn verkleumd
v.v.t.
- was verkleumd
- was verkleumd
- was verkleumd
- waren verkleumd
- waren verkleumd
- waren verkleumd
o.t.t.t.
- zal verkleumen
- zult verkleumen
- zal verkleumen
- zullen verkleumen
- zullen verkleumen
- zullen verkleumen
o.v.t.t.
- zou verkleumen
- zou verkleumen
- zou verkleumen
- zouden verkleumen
- zouden verkleumen
- zouden verkleumen
diversen
- verkleum!
- verkleumt!
- verkleumd
- verkleumend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für verkleumen:
| Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
| kyla | afstandelijkheid; frisheid; gereserveerdheid; kilheid; kilte; koelheid; koelte; koudheid; koutje; ongezelligheid; verkoudheid | |
| Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
| bli kall | verkleumen | koud worden |
| kallna | verkleumen | koud worden |
| kyla | verkleumen | |
| kylas | verkleumen |