Übersicht


Niederländisch

Detailübersetzungen für verkeerd (Niederländisch) ins Schwedisch

verkeerd:

verkeerd Adjektiv

  1. verkeerd (onjuist; foutief; ten onrechte; )
    fel
  2. verkeerd (onkies; ongepast; onvertogen)
    opassande; fräckt; oanständigt; taktlös; taktlöst
  3. verkeerd (abusievelijk; ten onrechte)
    felaktig; med orätt
  4. verkeerd (averechts)

Übersetzung Matrix für verkeerd:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fel abuis; blaam; bug; defect; dwaling; euvel; feil; fout; fouten; gebrek; gebreken; incorrectheid; machinedefect; mankement; mankementen; misgreep; misslag; misstap; ongelijk; ongemakken; onjuistheid; onrecht; ontstentenis; onvolkomenheid; vergissing; wanprestatie
olycklig ongelukkige
olyckligt noodlottigheid; rampzaligheid
- fout
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
- onjuist
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fel ernaast; fout; foutief; mis; onjuist; onwaar; ten onrechte; verkeerd abusief; doorelkaar; in de war
felaktig abusievelijk; ten onrechte; verkeerd abuis
fräckt ongepast; onkies; onvertogen; verkeerd driest; dubbelzinnig; met een obscene bijbetekenis
med orätt abusievelijk; ten onrechte; verkeerd ten onrechte; vals; valselijk
oanständigt ongepast; onkies; onvertogen; verkeerd amoreel; boers; grof; hufterig; immoreel; laag-bij-de-grond; lomp; onbehoorlijk; onbehouwen; onbeleefd; onbeschaafd; onbeschoft; onbetamelijk; oneerbaar; onfatsoenlijk; ongehoord; ongemanierd; ongepast; onhoffelijk; onkies; onpassend; ontuchtig; onwelgevoegelijk; onwelgevoeglijk; onwelvoegelijk; onwelvoeglijk; onzedelijk; onzedig; plat; platvloers; schunnig; vunzig; zedeloos
ofördelaktigt averechts; verkeerd nadelig; ongunstig; onvoordelig
olycklig averechts; verkeerd naar; naargeestig; onfortuinlijk; ongelukkig; onzalig; rampspoedig; somber; vol tegenslag
olyckligt averechts; verkeerd onfortuinlijk; ongelukkig; onzalig; rampspoedig; vol tegenslag
opassande ongepast; onkies; onvertogen; verkeerd niet goed vallend; onkies; onwelgevoeglijk
taktlös ongepast; onkies; onvertogen; verkeerd ontactisch; tactloos
taktlöst ongepast; onkies; onvertogen; verkeerd onattent; ontactisch; tactloos
tvärtom averechts; verkeerd vv

Verwandte Wörter für "verkeerd":

  • verkeerdheid

Synonyms for "verkeerd":


Antonyme für "verkeerd":


Verwandte Definitionen für "verkeerd":

  1. zoals het niet moet1
    • je pakt het verkeerd aan1

Wiktionary Übersetzungen für verkeerd:


Cross Translation:
FromToVia
verkeerd olämplig; opassande; ful bad — seemingly non-appropriate, in manners
verkeerd grädde; mjölk light — coffee: served with extra milk or cream
verkeerd fel; felaktig; inkorrekt wrong — incorrect
verkeerd fel wrong — immoral
verkeerd fel wrong — improper
verkeerd fel wrong — not working
verkeerd fel wrong — done incorrectly
verkeerd fel falsch — unrichtig (durch Irrtum oder Unwissenheit), tatsächlich anders
verkeerd lagstridig; oegentlig abusif — Où il y a abus, qui est contraire à l’ordre, aux règles, aux lois.
verkeerd an; dålig; ful; illa; ond; slätt; stygg mauvaisdéfavorable ; qui cause une impression défavorable.

verkeren:

verkeren Verb (verkeer, verkeert, verkeerde, verkeerden, verkeerd)

  1. verkeren (ergens verkeren)
    vara någonstans
  2. verkeren (omgaan met)
    datera
    • datera Verb (daterar, daterade, daterat)

Konjugationen für verkeren:

o.t.t.
  1. verkeer
  2. verkeert
  3. verkeert
  4. verkeren
  5. verkeren
  6. verkeren
o.v.t.
  1. verkeerde
  2. verkeerde
  3. verkeerde
  4. verkeerden
  5. verkeerden
  6. verkeerden
v.t.t.
  1. heb verkeerd
  2. hebt verkeerd
  3. heeft verkeerd
  4. hebben verkeerd
  5. hebben verkeerd
  6. hebben verkeerd
v.v.t.
  1. had verkeerd
  2. had verkeerd
  3. had verkeerd
  4. hadden verkeerd
  5. hadden verkeerd
  6. hadden verkeerd
o.t.t.t.
  1. zal verkeren
  2. zult verkeren
  3. zal verkeren
  4. zullen verkeren
  5. zullen verkeren
  6. zullen verkeren
o.v.t.t.
  1. zou verkeren
  2. zou verkeren
  3. zou verkeren
  4. zouden verkeren
  5. zouden verkeren
  6. zouden verkeren
diversen
  1. verkeer!
  2. verkeert!
  3. verkeerd
  4. verkerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für verkeren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
datera omgaan met; verkeren dagtekenen; dateren
vara någonstans ergens verkeren; verkeren

Verwandte Definitionen für "verkeren":

  1. daarin zijn1
    • zij verkeert in levensgevaar1
  2. er regelmatig komen1
    • hij verkeert in bepaalde kringen1

Wiktionary Übersetzungen für verkeren:


Cross Translation:
FromToVia
verkeren frekventera fréquenteraller souvent dans un lieu.

Verwandte Übersetzungen für verkeerd